dinsdag 27 maart 2012

Een fikse tegenslag

Zo goed als het ging toen ik thuis kwam, zo mis ging het maandagavond. De hele dag voelde ik me prima, het eten ging goed, het drinken ging prima. tot aan de avond. Ik had ‘s avonds gepureerde kippensoep gegeten, dat ging goed, en om een uur of acht in de avond een beker melk. Deze viel al niet lekker. Om half tien kreeg ik plotseling pijn in mijn maagstreek. Eerst dacht ik dat het dan misschien dumping syndroom was, dus ik ging naar bed, in de hoop dat het door het liggen wat zou verbeteren. Het tegendeel was waar. De pijn werd alleen maar erger dus om half twaalf naar beneden gegaan en een pijnstiller ingenomen. Weer naar bed gegaan, maar daar werd ik misselijker en pijnlijker. Dus naar beneden en geprobeerd te spugen, wat niet lukte. Uiteindelijk om half een mijn ouders wakker gemaakt en gezegd dat ik het niet meer uithield en dat ze het ziekenhuis moest bellen. Mijn moeder natuurlijk flink overstuur, ze sprong uit bed kleedde zich aan en belde de spoedeisende hulp van het SLAZ. Die zeiden dat we meteen moesten komen. Dus mijn vader mijn broertje nog gewaarschuwd dat we naar het ziekenhuis gingen en wij in de auto.

Dat was een rit die ik echt niet nog een keer wil doen. Wat voelde ik me ellendig, elk hobbeltje en elke bocht maakte me nog beroerder en ik heb het af en toe echt uitgegild.

In het ziekenhuis aangekomen, moesten we ons melden bij een balie van de spoedeisende hulp. Dus mijn moeder zegt tegen die dame dat we gebeld hadden en dat we mochten komen. Die vrouw heel snibbig, dat ze daar niets van wist, en of dan legitimatie bij ons hadden. Nou was ik ondanks de pijn nog zo slim geweest om mijn ziekenhuiskaart mee te nemen, maar aan mijn portomennee niet gedacht natuurlijk. Nou, dat was natuurlijk niet de bedoeling. Maar we mochten in de wachtkamer plaatsnemen en dan werden we zo geroepen.

Na een minuut of vijf, wat in mijn beleving een half uur duurde, werden we de triagekamer ingeroepen. De verpleegkundige vroeg wat er was en ging mijn bloeddruk meten en temperaturen. Daarna ging ze overleggen met de arts. Deze wilde dat er een infuus werd geprikt (ja daar gaan we weer) en dat er bloed werd afgenomen. Dus de verpleegkundige ging aan het werk om een vat te vinden om bloed af te nemen, eerst in de rechterarm, daarna in de linkerarm, weer terug naar de rechterarm. Je raad het al, geen bloed af te nemen. Dat was dus een probleem. De enige optie die er dan nog was, was het aanprikken van de slagader in mijn pols. Dus dat gingen ze dan doen. Met z’n tweeën, een hield mijn arm vast, de ander ging prikken. En ik kan je vertellen, dat doet zo’n pijn, ik vergat bijna de pijn in mijn buik! Afijn, vier buisjes bloed afgenomen en dan afdrukken.

Door de problemen met het afnemen van het bloed hadden ze dan wel al bedacht dat een infuus dus ook wel een probleem zou vormen. Dus kreeg ik eerst iets voor de pijn. 50 mg Pethidine, dat is best een heftig middel, en ik deed er helemaal niets op. En meteen daarna kwamen er twee arts-assistenten om lichamelijk onderzoek te doen. Als je zo’n pijn hebt in je buik is het dus echt geen pretje als je plat moet gaan liggen en er in je buik gedrukt wordt. Wat een ellende! Na nog wat vragen te stellen, kwamen ze tot de conclusie dat ik opgenomen moest worden en dat ze in de ochtend verdere onderzoeken zouden gaan doen. Maar er moest nog wel een infuus geprikt worden want ik mocht niet meer eten of drinken. Dus een van de arts-assistenten zou het infuus gaan prikken. Ondertussen was ik door al dat gepor in mijn buik behoorlijk misselijk, en ik had steeds meer het gevoel te moeten spugen, dus ik kreeg vast een bakje. En uiteindelijk dan ook een klein beetje gespuugd.

Toen moest het infuus er nog in, eerst in mijn rechterarm, toen in mijn rechterhand, toen in de pols, toen naar de linkerarm, naar mijn linkerhand, en die zat er wel in, maar die kregen ze niet verder opgeschoven, dus dan nog maar een keer prikken in mijn pols. En die zat er dan eindelijk echt goed in. Maar met het vastplakken van het infuus tikte ze de naald uit mijn hand, die er nog in zat, en spoot daar het bloed uit, ik zag mijn moeder steeds bleker worden, want die kan daar niet zo goed tegen. Dus ik zei tegen mijn moeder dat ze de anderen maar moest bellen dat ik weer in het ziekenhuis lag, want die zouden dat wel willen weten.

Maar gelukkig na zoveel keer prikken zat er dan eindelijk een infuus in. En ik mocht naar de afdeling. Ik werd eerst naar een acute opname afdeling gebracht en ik zou in de ochtend over gaan naar de afdeling waar ik het weekend ook gelegen had. Om half vijf was ik dan eindelijk op de afdeling. Mijn ouders gingen naar huis en ik zou ze bellen zodra ik wat wist. Ik heb uiteindelijk van vijf tot zes geslapen, ik was zo moe en eindelijk begon die injectie te werken. Om zes uur werd ik wakker en was die hevige pijn eindelijk gezakt. En om acht uur kwam de chirurg langs, hij vroeg hoe het nu ging en hij vond dat hij beter me nog een keer kon opereren, zodat hij kon zien wat er aan de hand was en dan meteen het probleem kon oplossen. Dat zou dan aan het eind van zijn programma gebeuren.

Om half elf werd ik overgebracht naar de andere afdeling. Mijn ouders kwamen daar weer wat spulletjes brengen. En om half een werd ik al naar beneden gebracht voor de operatie. Gelukkig zat het infuus er nog in, dus dat scheelde weer wat geprik. Op de operatiekamer waren allemaal bekenden, die mij ook direct weer herkende en meeleefden.

Na de operatie kwam ik weer op de uitslaapkamer te liggen, wederom met behoorlijk wat pijn, alsof er een vrachtwagen over me heen was gereden. Dus ik kreeg weer een heerlijke cocktail aan pijnmedicatie! En uiteindelijk om vier uur voelde ik me goed genoeg om weer naar de afdeling te kunnen. Dus de afdeling werd gebeld dat ze me konden halen, en na een half uur was er nog niemand. Dus weer gebeld, en pas om kwart voor vijf kwamen ze me halen. op de afdeling zaten mijn moeder en zus te wachten en die waren in alle staten want de chirurg had hen even over tweeën al gebeld dat de operatie weer achter de rug was. Dus ze dachten dat het helemaal mis was. Maar deze keer viel dat dus wel mee.

De chirurg was na de operatie al even langs geweest bij me op de uitslaapkamer met de mededeling dat alles er goed uit zag, dus geen reden voor bezorgdheid.

Op woensdag vroegen ze tijdens de artsenronde hoe het was. Ik uitte mijn bezorgdheid en gaf aan dat ik vanaf de eerste operatie nog geen ontlasting had gehad en of dat niet eerst op gang moest zijn voor ik weer naar huis ging. Dus ik kreeg een klysma, geen pretje, maar het werkt wel. En Movicolon, wat is dat smerig zeg, vooral omdat je het niet in een keer achterover kan kolken, maar alleen maar kleine slokjes kan nemen.

Ik voelde me die dag eigenlijk heel goed, tuurlijk, mijn buik is beurs, en die wondjes die weer opengemaakt zijn, zijn pijnlijk, maar dat is niets vergeleken bij die pijn van maandagnacht. Tijdens het bezoek zelfs met mijn moeder en broertje een stukje gewandeld.

Op donderdag mocht ik weer naar huis. Aan de ene kant ben ik daar heel blij mee, maar aan de andere kant zit de angst voor een herhaling van maandagnacht. Dus ik wilde graag de arts nog even spreken. Maar dat lukte niet voor ik naar huis zou gaan, dus die zou me dan nog bellen.

Mijn vader en mijn zus kwamen me ophalen en we gingen weer naar huis.

Hopelijk gaat het nu wel goed….we wachten het maar af!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten